2 maart 2015

Een van onze Italiaanse vrienden,
Mauro Tonino, is schrijver. Deze keer heeft hij met 3 anderen, een professor in de rechten, een journalist en een arbeidssocioloog, een boek geschreven over 'de prijs van arbeid’. Wij waren bij de presentatie aanwezig die nota bene in een deel van het tot expositieruimte verbouwd koetshuis van
Villa Manin Kechler plaatsvond.

Mooie ambiance voor een boekpresentatie over de ontwikkeling van werk gedurende de eeuwen heen. Waar vroeger een van de rijkste grafelijke families heer en meester waren over mensen, vind ik best gewaagd om in aanwezigheid van een van de topstukken van de regionale vakbeweging een ‘boekje’ open te doen. Er was zelfs een heuse hertogin – maar dan van een andere adellijke familie – aanwezig, een ‘moderne’ adel en tevens conservator van het museum (
Museo Civico Delle Carrozze).
Als het gaat om arbeid dan is het zeker voor ons interessant om eens een luisterend oor te leggen. Inmiddels behoort het werkgeversnetwerk, dat wij via onze
Stichting SAM (samenwerken) onderhouden, tot de toonaangevende HR netwerken in Nederland. Logisch dat we geïnteresseerd zijn in hoe ‘men’ in andere landen tegen ‘werk’ aankijkt. Nog meer getriggerd omdat het gaat om ‘ons’ zo geliefde Italië.
Bella Italia, een begrip als het gaat om een zoele zomervakantie of een verrukkelijke maaltijd. Zodra we het hebben over de economie, financiële situatie, werkgelegenheid en werkloosheid in ‘de laars’, dan staan we mijlen ver af van de warme gevoelens die wij en velen met ons hebben bij ‘Italië als vakantieland’.
Gewapend met camera, pen en schrijfblok en een stapel visitekaartjes waren wij de enige buitenlandse gasten. Maar ook de enigen die aantekeningen maakten. De vakbondsvrouw (als ze niet praatte stonden haar kaken ook niet stil vanwege de kauwgum die zij blijkbaar erg lekker vond) maakte in haar betoog een verwijzing naar Nederland als een van de noordelijke landen die op een goede wijze omgaat met ‘werk’ en waar werknemers prachtig beschermd worden. Onze ‘angst’ om, na de banaliteiten van een groep Nederlanders die zo nodig IS praktijken erop nahouden door Rome en haar prachtige oudheidkundige beelden in stukjes te slaan, voor ‘
ANIMALI’ (beesten) of
BARBARI te worden uitgemaakt was daarmee in ieder geval van de baan. Wij konden ons met een gerust hart als vredelievenden flink netwerkend tussen de menigte bewegen. Onze aantekeningen zijn helaas zeer beperkt gebleven: toen de professor ging praten zonder microfoon moesten wij helaas afhaken. Dat was te moeilijk voor ons om de strekking van zijn verhaal mee te krijgen. Jammer!
Zonder inhoudelijk te oordelen over dit nieuwe boek viel ons wel op dat de Italianen erg bezig

zijn om het heden vanuit het perspectief van vroeger te bezien. Nu dus met betrekking tot ‘arbeid’. Onze, wellicht Nederlandse, visie is dat we vooral vooruit moeten kijken. Welke ontwikkelingen doen zich thans voor? Hoe ziet de arbeidsmarkt er over 5 jaar uit? Hoe kijkt onze generatie Z aan tegen werk? Wat gaat Y ervan brouwen? Nu al tonen onderzoeken aan dat we over 20 jaar minder dan 50% van het werk dat we vandaag doen, nog hebben / kennen. De veranderingen komen er echt razend snel aan.
Dan zou het zeker voor een land als Italië vreselijk belangrijk zijn om vanuit de verwachte ontwikkeling te kijken naar het nu! Met een werkloosheidspercentage van 43% onder de jongeren en vreselijk veel oudere werknemers die zich inspannen op een wijze welke door jongeren geregeld wordt gekenschetst met ‘ik doe het al 30 jaar zó en dat blijf ik ook doen voor de komende 10 jaar’ zou je toch echt hopen dat Matteo Renzi met zijn gewenste ‘Job Act’ iets gaat doen om hierin verandering te brengen.
Maar wat is de praktijk, de werkelijkheid die we ook tijdens deze avond merkten?
De jongeren zijn te weinig aan het woord en aan zet om veranderingen te kunnen doorvoeren. De ouderen maken de dienst uit. Jongeren worden geremd door veelal oude managers die nauwelijks besluiten durven te nemen als het gaat om veranderingen (lees: innovatie). De vele wetten en ouderwetse regelgeving houden het ‘oude denken en vooral ook doen’ in stand. De belastingen, zo geeft men ons aan, maken investeringen en ontwikkelingen bijna onmogelijk. De administratieve lastendruk, waaronder de ambtelijke papierkraam die ingevuld moeten worden en vervolgens in laadjes terecht komt, is verschrikkelijk en verstikkend. De systemen zijn sterk verouderd en Italië is nauwelijks nog digitaal ontwikkeld.
En wordt er dan iets georganiseerd waar meegepraat kan worden, zitten er (op ons na dan :) ) slechts 4 jongeren in de zaal. Eentje hield het na 20 minuten al voor gezien, een tweede stond alleen maar buiten te roken en de andere twee zaten achter in een hoekje verstopt om vooral níet aanwezig te zijn.

Eén van de 4 jongeren, een architect, doet dit jaar een gooi naar het
burgemeesterschap van het prachtige dorpje Varmo. Wij gunnen het Federico Pittoni en we denken dat dit bijzonder goed is voor de ambtenarij. Het jammere is dat deze 27 jarige niet op Facebook zit noch op Linkedin. Op dit punt kan hij zeker leren van de huidige burgemeester Sergio Michelin(zestigplusser) die o.i. een geweldig boegbeeld voor Varmo is, want hij ‘verkoopt’ via de Social Media zijn dorp in de regio en ver daarbuiten op een perfecte wijze. Niettemin, laten we de jeugd het voordeel van de twijfel geven.
Vers bloed, nieuw elan?
In ons interview met de eveneens jonge burgemeester Luca Fanotto van de belangrijke

badplaats Lignano hebben we gemerkt dat ambitie en passie om te veranderen en goed te doen voor Italië op een geweldige wijze kan overslaan op anderen. Dat er een voedingsbodem kan ontstaan en een nieuwe bloeiperiode kans van slagen krijgt.
Nooit te oud om te leren!
Wij waren na deze avond weer met beide voeten op de grond en weten dat we nog veel van de Italiaanse taal mogen leren om de nuances van een hoog intellectuele boekbespreking te begrijpen. Al waren we bijzonder in onze sas met onze resultaten qua netwerken. Los van het feit dat we, naast netwerkcontacten, zeker ook weer enkele woorden ‘rijker’ zijn geworden.